Interview met bestuursvoorzitter Rob Dillmann: ‘Ik reef de zeilen op tijd’
Dit artikel is onderdeel van het dossier 'COVID-19: Omgaan met onzekerheid' in het magazine Medisch Specialist.
Misschien nogal vroeg, en onmogelijk te beantwoorden, maar we vragen het de voorzitter van de raad van bestuur Rob Dillmann toch. Hoe gaan de Isala-ziekenhuizen een mogelijke derde golf straks managen?
‘Heel goed juist’, reageert de bestuursvoorzitter, ‘om daar nu al mee bezig te zijn. Anticiperen is cruciaal. Je moet proberen om vooruit te zien, dus moet je je nú afvragen hoe je straks dat vaccin snel bij de risicogroepen krijgt. Ik zou zelf al heel graag een landelijk vaccinatieplan zien. En ik vind dat we bepaalde maatregelen pas zouden moeten versoepelen als er een vaccin is, zodat we de derde golf goed de baas kunnen.’
Leiderschap bij een crisis die zich in steeds nieuwe golven aandient, vergelijkt Dillmann met zeilen, wat hij graag doet. ‘Soms moet je een besluit nemen als het nog niet zo erg is. In een boot geldt dat ook: op het moment dat je bedacht hebt dat je een rif in een zeil moet steken omdat je uit ervaring weet dat het straks harder gaat waaien, moet je het ook direct doen. Dat geldt in mijn functie precies zo. Met ogenschijnlijk vroegtijdige maatregelen probeer ik te voorkomen dat dingen uit de hand lopen of dat personeel onnodig moet gaan improviseren.’
Problemen voorblijven lukt niet altijd, erkent hij. En in een aantal opzichten was de eerste golf gemakkelijker het hoofd te bieden dan de tweede. ‘Toen waren de poli’s vrijwel dicht, alles week voor dat speciale en breed gedragen doel. Binnen het ziekenhuis konden heel veel mensen inspringen bij de COVID-zorg, doordat ze op andere plekken even geen werk hadden. En de maatschappelijke waardering was veel groter.’ Nu heeft hij een drievoudige uitdaging: de COVID-zorg, de reguliere zorg die zoveel mogelijk doorgaat, en wat hij noemt ‘elkaar heel houden’. Zoals in elk ziekenhuis heeft hij veel te maken met personeel dat ziek is of thuisblijft in afwachting van een testresultaat. ‘En naarmate het allemaal langer gaat duren voelen mensen ook de mentale en fysieke druk toenemen.’
Dillmann vraagt zijn mensen voortdurend wat ze nodig hebben om de belasting aan te kunnen. Hij tracht als bestuurder veel ‘in de buurt van de werkvloer’ te zijn en probeert problemen snel op te lossen. En nu de maatschappij wat minder scheutig haar waardering uit, blijft de voorzitter zoeken naar nieuwe manieren om zijn mensen te prijzen. ‘In mei hebben wij in de nacht vóór en de nacht ná de Dag van de Verpleging de namen van alle Isala-medewerkers op de gevel geprojecteerd. Dat maakte indruk, verpleegkundigen bleven na hun avonddienst wachten tot ze hun naam zagen. Ik zit erover te denken om zoiets opnieuw te doen, maar dan misschien net even anders.’
Hij wijst ook op de kracht van een ouder project. ‘We begonnen twee jaar geleden verhalen op te halen bij onze medewerkers en publiceerden die. Onder een "verhaal" verstaan we een gebeurtenis - of wat groter: een geschiedenis - uit je werkzame of persoonlijke leven die je inspireert om te werken in de zorg. Daar zitten nu natuurlijk COVID-verhalen tussen. Het delen versterkt de banden, en dus ‘het weefsel van de organisatie’, zegt Dillmann, terwijl het tegelijkertijd het persoonlijke karakter van de zorg benadrukt. En het effect is soms groot. ‘Een collega die een verhaal uit zijn eerdere carrière als fysiotherapeut online zette, kreeg daarvoor tienduizend likes op LinkedIn.’
Zulke projecten helpen de spirit erin te houden nu alle afdelingen van zijn ziekenhuis op de proef worden gesteld. ‘In de eerste golf waren de cohort-afdelingen het zwaarst belast, nu is de druk verdeeld.’ Een compleet ‘zorginfarct’ ziet hij niet gebeuren. ‘Een verpleegkundige zei me in maart: “Dit is de gelegenheid om te laten zien wat we kunnen.” Dat motto blijft glanzen doordat de tweede gelegenheid geen herhaling van zetten is. ‘We zien daarbij dat we heel veel dingen beter doen. Urgentiegestuurd afschalen voorkomt bijvoorbeeld veel gezondheidsschade bij non-COVID patiënten. De digitalisering van de zorg wordt op bewonderenswaardige wijze doorgezet. En met al onze opgedane kennis leveren we effectievere COVID-zorg, medisch en organisatorisch. Het verplaatsen van patiënten gaf eerst nog wel geharrewar, maar ook dat gaat nu beter. En een derde golf? Die zal weer anders zijn, hopelijk minder hoog. Nieuwe competenties zullen we aanspreken, en we zullen zien dat dat opnieuw beter gaat.’
Het mag duidelijk zijn, naast anticiperen is ook perspectief bieden dagelijkse kost voor bestuurder Dillmann. En opnieuw put hij inspiratie uit zijn maritieme oeuvre. ‘Een uitdagende overtocht doet je soms verlangen naar het einde. Maar er komt altijd een moment dat je aan de horizon de lucht ziet openbreken. Dan weet je dat het goed gaat komen. Als we de golven achter ons hebben blikken we terug, en zullen we concluderen - hoe moe we ook zijn - dat we ons schip er met elkaar verdomd goed doorheen geloodst hebben.’
Rob Dillman, voorzitter raad van bestuur