Geef ruimte aan de passie van zorgverleners
Dagelijks zie ik in het ziekenhuis hoe mijn collega-dokters vol passie bezig zijn met hun vak en zich inzetten om patiënten de beste zorg te bieden. Maar ook zie ik dagelijks hoe de druk op de zorg oploopt en ons toenemend in de weg zit: tekorten onder verpleegkundigen, zorgprofessionals die met een burn-out thuis komen te zitten en ziekenhuizen die kampen met volle Eerste Hulp afdelingen en beddentekorten. De Jonge Specialist publiceerde vorige week de resultaten van hun enquête Gezond en Veilig werken waaruit blijkt dat één op de vijf medisch specialisten in opleiding een verhoogde kans heeft op burn-out. Dit baart me grote zorgen; moeten we niet juist voorzichtig zijn met onze specialisten van de toekomst? Uit diezelfde enquête blijkt namelijk ook de bevlogenheid die deze jonge dokters hebben. Laten we dat koesteren!
Frustratie ligt echter op de loer. De werkelijkheid is namelijk dat er een toenemende werk-, regel-, en veranderdruk is ontstaan. Voortdurend móeten we van alles, en wordt van ons verwacht dat wij op korte termijn kunnen voldoen aan alle wensen van politiek, zorgverzekeraar, en toezichthouder zonder daarbij de patiënt uit het oog te verliezen. Is het dan gek dat zelfs hoog gemotiveerde en bevlogen mensen omvallen? Dat er tekort is aan verpleegkundig personeel? Of dat onze mensen in andere sectoren werk proberen te vinden? Voorafgaand aan Prinsjesdag en de begrotingsbehandeling in het parlement moet het een keer krachtig gezegd worden: zadel de zorgverleners niet op met nieuwe randzaken, maar faciliteer hen juist in hun werk. Want als medisch specialisten zijn we twee dagen per week kwijt aan administratie, worden we belemmerd door de dagelijkse ICT-frustratie, zijn we bezig met het invullen van lijstjes, het zetten van vinkjes in het elektronisch patiëntendossier. En terwijl we steeds meer nieuwe ideeën loslaten op de zorg implodeert het systeem onder de druk van toename van patiënten, duurdere geneesmiddelen, tekort aan handen en tekort aan bedden, en een ‘alles moet tegelijk veranderen’ filosofie. Moeten beleidsmakers het zorgpersoneel niet bijstaan door dusdanige randvoorwaarden te scheppen dat we ons vak zo optimaal mogelijk kunnen uitoefenen? Dat we voldoende tijd en aandacht kunnen hebben voor de patiënt en voor de ontwikkeling van ons vak? Ik zie in het land talloze medisch specialisten die voorop gaan in vernieuwingen. Specialisten die met huisartsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners de zorg in netwerken de zorg rondom de patiënt organiseren. Soms via e-health verder af, soms persoonlijk dichtbij huis. Specialisten die zich inzetten om ziekte te voorkómen en proberen roken, obesitas en alcoholgebruik terug te dringen. En specialisten die grote innovatieve stappen vooruit zetten dankzij onderzoek en technologische ontwikkelingen.
We mogen er trots op zijn dat dankzij de inzet van dokters, verpleegkundigen en alle andere zorgprofessionals 17 miljoen Nederlanders kunnen rekenen op topzorg. De gezondheidszorg in Nederland staat al jaren op nummer één van de European Health Consumer Index. Om daar te blijven en het nóg beter te doen hebben al die passievolle zorgverleners de ruimte nodig. Ik ben er van overtuigd dat een werkelijke beleidslijn in de zorg niet zou moeten bestaan uit nieuwe regels en meer beleid van bovenaf, maar uit het faciliteren van de mensen die het écht doen. Ik ben er van overtuigd dat de budgettaire nullijn die minister Bruins voor de medisch-specialistische zorg nastreeft alleen kan worden vormgegeven door artsen en verpleegkundigen een werkomgeving te bieden waarin zij meer tijd voor de patiënt hebben en daarmee meer voldoening in hun werk. Dát helpt om dokters optimaal te laten dokteren, verpleegkundigen weer terug te krijgen in het ziekenhuis, en patiënten te geven waar zij recht op hebben: de beste zorg ter wereld.
Marcel Daniëls
Cardioloog en Algemeen voorzitter Federatie Medisch Specialisten