In de media: Ten strijde tegen een bureaucratisch monster
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) sloeg afgelopen november alarm over de Wet verplichte ggz (Wvggz). De opvolger van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) regelt sinds 1 januari de gedwongen behandeling voor psychiatrische patiënten. NVvP-voorzitter Elnathan Prinsen deelde de zorgen van psychiaters in de media.
Wat was de aanleiding om in de media alarm te slaan?
‘Tien jaar werkten we constructief maar kritisch mee aan de nieuwe wet. Als psychiaters stonden we achter de oorspronkelijke doelstellingen: niet langer opname maar juist behandeling centraal, betere borging van de inspraak van naastbetrokkenen en een verbeterde rechtspositie van de patiënt. Maar we plaatsten vraagtekens bij de haalbaarheid en de uitvoerbaarheid. Terecht, want bij de implementatie bleek dat niet het vertrouwen in onze professionaliteit maar verantwoording afleggen de basis is geworden. De wet is zich gaandeweg als een bureaucratisch monster tegen het belang van de patiënt gaan keren.’
Lukte het de wereld te laten weten dat psychiaters grote zorgen hadden?
‘Ja, al moesten we steeds benadrukken dat we die zorgen niet voor het eerst uitten. In die tien jaar hadden we vaak aan de bel getrokken, vooral achter de schermen. Alleen is daar door de makers van de wet weinig mee gedaan. Met ons tweesporenbeleid richting Tweede Kamer en pers wilden we de wet op het laatste moment alsnog laten aanpassen. Helaas tevergeefs. Wel is toegezegd dat ze snel zouden starten met de reparatiewetgeving.’
Met welke punten heb je de media benaderd?
‘Het idee achter de wet - niet opname centraal maar behandeling - deugde wat ons betreft. Maar de oorspronkelijke doelen wijzigden onder druk van de politieke opinie. Na de moord op Els Borst veranderde de wet van een behandelwet in een beveiligingswet; niet de patiënt maar de veiligheid van de samenleving staat nu centraal. De discussie over verwarde personen heeft de Wvggz aangetast, terwijl slechts een klein percentage van de zogenoemde verwarde personen in aanmerking komt voor verplichte zorg. Dat, en de genoemde bureaucratie wilden we overbrengen.’
Welke publicaties en mediaoptredens hadden de meeste impact?
‘Meer nog dan op radio- of televisieoptredens kregen we reacties op een groot artikel over de nadelen van de wet en op een opiniestuk in de Volkskrant. Online is mijn reactie op LinkedIn over uitspraken van Onno Hoes over de wet honderdduizend keer gelezen. Er kwamen veel positieve reacties van onze achterban. Maar er waren er ook negatieve: “Waarom hadden we niet veel eerder aan de bel getrokken?” Dat liet me, gezien de voorgeschiedenis, niet koud.’
Wat kunnen collega-specialisten leren van jouw ervaringen?
‘Het is lastig om onvoorbereid te reageren op journalisten die je bellen. Zaken raken bovendien snel opgeklopt, dus let op wat je zegt en wanneer. Spreek af dat je een artikel voor publicatie mag inzien en aanpassen. Ook al moet je onder druk van de deadline dan ‘s avonds nog redigeren. Ik heb de staatssecretaris en andere politici vooraf op de hoogte gesteld van het Volkskrantartikel. Dat werd gewaardeerd.’