De acute zorg is niet gebaat bij simpele oplossingen


Dit opinie-artikel is woensdag 9 oktober gepubliceerd in de Volkskrant.

Al jarenlang zijn er zorgen over de toegankelijkheid van spoedeisende zorg. Het sluiten van huisartsenposten en centra voor geboortezorg leidden tot bezorgdheid. Ook is er veel aandacht voor de voorgenomen sluiting van de spoedeisende hulp (seh) van het Zuyderland ziekenhuis in Zuid-Limburg. Maar de onderliggende problematiek, die vooral te maken heeft met te weinig personeel, speelt door het hele land. De publieke discussie richt zich veelal op het behoud van de bestaande situatie, waarbij toegankelijkheid tot een “volwaardige” seh met alle faciliteiten wordt gepropageerd. Maar dat is om meerdere reden niet toekomstbestendig en brengt daarmee noodzakelijke oplossingen niet dichterbij.

We zien al jaren een toename van het aantal uren dat seh’s tijdelijk de deuren moeten sluiten omdat het aanbod van patiënten te groot is voor het aantal beschikbare medewerkers. Vorig jaar werd een seh gemiddeld 40 uur per jaar tijdelijk gesloten. Tegelijkertijd blijkt dat het aantal seh’s in Nederland in de afgelopen 5 jaren met zo’n 10% is gedaald naar 80. Dit alles is het gevolg van een samenloop van enerzijds een toenemende en veranderende zorgvraag en anderzijds een structureel en oplopend tekort aan personeel. Mensen worden ouder en dat gaat gepaard met meer chronische aandoeningen die zich steeds vaker met een acuut probleem bij hun chronische ziekte presenteren. Tegelijkertijd zijn er steeds minder mensen beschikbaar voor de arbeidsmarkt, dus ook voor de zorg. Daar bovenop komen de alsmaar stijgende zorgkosten die de overheid voor ingewikkelde keuzes stelt.

De acute zorg is heel divers

Acute zorg omvat veel meer dan alleen de seh. Veel mensen denken bij acute zorg meteen aan hartaanvallen, beroertes of ernstige ongelukken. Voor deze patiënten is het belangrijk dat ze snel op de juiste plek terechtkomen met alle benodigde voorzieningen. Maar dit soort spoedzorg vormt maar 5-10% van de acute zorg die op de seh plaatsvindt. De meeste patiënten die op de seh komen, hebben vage klachten waarbij niet meteen duidelijk is wat er aan de hand is. Veel van deze mensen kunnen ook op andere plekken geholpen worden, zoals bij een huisartsenpost of een spoedpoli. In veel gevallen gaat het om acute verergeringen van bekende chronische ziektes. Deze patiënten zijn vaak beter af bij hun eigen specialist, die ze sneller kan zien en behandelen. Een uitgebreide seh is voor hen niet altijd nodig.

Hoe komen we dan wel verder?

De focus op de seh in de publieke discussie is een versimpeling die de kracht van andere partijen in het acute netwerk onderschat. Acute zorg is netwerkzorg en dient met elkaar regionaal te worden ingericht. Omdat de regio’s onderling grote verschillen kennen zowel qua gezondheidsproblematiek maar ook in zorgaanbod is het belangrijk om dat met elkaar lokaal in te richten. Er zijn veel voorbeelden in het land met mooie initiatieven om door andere organisatievormen de druk op de acute zorg te verminderen met behoud, en nog vaker verbetering van het zorgaanbod voor de inwoners. Dit kan zijn door betere afstemming tussen professionals, maar ook door andere organisatievormen. Dit betekent dat er andere soorten voorzieningen ontstaan, dusdanig ingericht dat vaak met minder uitgebreide faciliteiten, een passend antwoord op acute zorgvragen gegeven kan worden. Denk hierbij aan spoedpoli’s, spoedposten of (sub)acute zorgstraten voor ouderen. Ook zien we introductie van e-health oplossingen die de burger zelf in staat stellen om met hulp op afstand of zelf het acute probleem op te lossen. De schaal waarop deze initiatieven ontplooid worden is echter nog te klein.

Wat is er nodig?

De onrust die mensen voelen als voorzieningen in de eigen regio veranderen, is reëel en moet serieus worden genomen, bijvoorbeeld door de inwoners en patiënten bij het debat over de organisatie van acute zorg in de regio te betrekken. Aan de andere kant zien we dat mooie en kansrijke initiatieven te vaak sneuvelen door barrières in beschikbaarheid van medische gegevens, regelgeving, financiering of politieke druk. Om dit te doorbreken hebben wij de landelijke en lokale politiek keihard nodig. 
Het verlangen om alles bij het oude te houden en overal “volwaardige” seh’s open te houden is niet realistisch en staat in de weg van noodzakelijke regionale samenwerking en innovaties die cruciaal zijn voor borging van toegankelijkheid en kwaliteit van de acute zorg. De politiek is aan zet om te helpen met het wegnemen van barrières om samen met de zorgverleners realistische oplossingen te implementeren. Geef inwoners en de professionals die zich dagelijks inzetten voor de zorg de benodigde ruimte om in de regio’s dekkende netwerken voor acute zorg flexibel in te kunnen richten. Bestaande en nieuwe vormen van spoedzorg moeten aansluiten bij de lokale zorgbehoeftes, waarbij ruimte gegeven wordt voor differentiatie in faciliteiten en bemensing. Alleen daarmee kunnen wij voor de toekomst kwalitatief goede en toegankelijke acute zorg behouden voor iedereen.

Karel Hulsewé, chirurg en bestuurslid Federatie Medisch Specialisten
Marjolein Kremers, internist acute geneeskunde
Jochem Hoogendoorn, traumachirurg en voorzitter Nederlandse Verenging voor Traumachirurgie 
Adrienne van Randen, radioloog en bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Radiologie

Alle ondertekenaars zijn lid van de Klankbordgroep Acute zorg van de Federatie Medisch Specialisten